Altijd thuis

Nautilus.jpg

De coronatijd ligt achter ons. Dat was een tijd van veel thuisblijven.

Het inspireerde het radioprogramma Vroege Vogels tot een serie over dieren die hun huis meedragen. Bijvoorbeeld: de zakdrager, de nautilus, de heremietkreeft en de huisjesslak. Deze dieren zijn altijd thuis. Een inspirerend thema en een mooie invalshoek om te gaan schrijven Je kunt nog naar deze serie luisteren via deze link : https://www.nporadio1.nl/vroege-vogels/onderwerpen/533125-altijd-thuis-de-nautilus

VERZAMELEN
Je hoeft niet altijd thuis te zijn om je thuis te voelen. Deze schrijfopdracht kan dus gaan over wat een plek voor jou tot een thuis maakt. Dat kan je eigen huis zijn en ook een andere plaats. Zie bijvoorbeeld het gedicht  ‘Een zwemmer is een ruiter’ van Paul Snoek, dat volgens mij gaat over thuis-zijn in het water. Welke zaken zijn voor jou van belang om je thuis te voelen. Waar voel je je thuis, hoe komt dat, welke geuren, kleuren, materialen, geluiden, omstandigheden, spullen en mensen zijn van belang daarbij.

Maak een woordcluster met in het hart het woord thuis en noteer alles wat bij je bovenkomt in verband daarmee. Maak zijtakken als sommige elementen bij elkaar horen. Doe dat ten minste een kwartier.

 

SCHRIJVEN
Lees je woordencluster op je gemak terug, zie de verbanden tussen de verschillende takken van je woordveld?

Merk waar de energie zit, wat wil nu door jou geschreven worden? Niet alles uit je woordveld hoef je te gebruiken en ook nieuw materiaal kan zich al schrijvende aandienen. Ga schrijven, vind al schrijvend de vorm die dit keer bij jouw tekst past. Wordt het een brief, een essay, een dierenverhaal, een column of een gedicht? Leg een tijdje weg en ga dan pas schaven en schuiven.

Lees voor
Maakt niet uit aan wie, maar lees voor. Laat de criticus nog even thuis en ga vierkant achter je tekst staan.

 

Een zwemmer is een ruiter

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd allesbegrijpende water.

Ik moet bekennen dat ik gek ben van water.
Want in het water adem ik water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.

Paul Snoek
uit de bundel Hercules. Gedichten
Brussel: Manteau (1960)  

 
 
 
 

Veel plezier met deze schrijfopdracht, Jolanda